Wie werkt, draagt bij tot onze welvaartsstaat

Wie werkt doet niet alleen iets goeds voor zichzelf of zijn gezin, wie werkt draagt ook bij tot onze welvaartsstaat. En dat is belangrijk. Want het is die welvaartsstaat die ervoor zorgt dat iedereen zorg, bescherming en gelijke kansen krijgt. Zonder welvaartsstaat moet iedereen zichzelf maar weten te redden en bepaalt de plaats van je wieg meestal ook de uitkomst van je leven.

Omdat werk een dragende pijler is van de welvaartsstaat, vindt Vooruit het essentieel dat iedereen die kan werken ook werkt. Werken en eerlijk bijdragen is een daad van solidariteit en goed burgerschap. 

Werken moet lonen 

Als we we het belangrijk vinden dat iedereen werkt, moet werk ook financieel aantrekkelijk zijn. Het verschil tussen werken en een uitkering trekken, moet dus groot genoeg zijn. Als dat niet zo is, worden mensen aangemoedigd om thuis te blijven. Daarom wil Vooruit dat wie werkt daar ook duidelijk beter voor beloond wordt. 

Om werk beter te doen lonen voor werkenden met een laag loon, hebben we in de federale regering de minimumlonen voor de eerste keer sinds 2008 gevoelig opgetrokken. Tegelijk hebben we de werkbonus versterkt. De werkbonus is een vermindering van de werknemersbijdrage die ervoor zorgt dat werknemers met een laag loon netto meer overhouden. De werkbonus zorgt er dus voor dat werken meer loont.

Index en meer dan de index…

Omdat werk voor iedereen moet lonen, hebben de socialisten er in de federale regering voor gezorgd dat de automatische loonindexering deze regeerperiode onverkort wordt toegepast. Met ons erbij geen indexsprongen! Iets wat wel gebeurde in de vorige regering zonder socialisten. Voor ons moeten lonen moeten meestijgen met de kosten voor het dagelijkse leven, punt aan de lijn. 

Wij vinden trouwens dat lonen ook boven de index uit moeten kunnen stijgen. In economische sectoren die goed boeren moet collectief onderhandeld kunnen worden over loonsverhogingen bovenop de automatische indexering. De beperkingen die de vorige rechtse regering heeft opgelegd aan de loonnormwet moeten dus worden teruggedraaid, zodra daar een meerderheid voor gevonden kan worden. 

Werken moet netto meer lonen

Werken moet netto meer lonen. De lasten op werk zijn te hoog en die op vermogen te laag. Om dat te veranderen is een grote fiscale hervorming nodig. 

Op dit ogenblik betaalt een grote groep werkende mensen teveel belastingen omdat een kleine groep multinationals en grote vermogens er te weinig betalen. Vooruit wil een verschuiving doorvoeren van belasting op arbeid naar belasting op vermogen. Het kan niet dat wie voor Volvo werkt 50% belastingen betaalt op zijn loon, terwijl de aandeelhouders van Volvo 0% belastingen betalen op de meerwaarde die ze realiseren op hun aandelen. 

Een euro is een euro. Inkomen is inkomen. Een inkomen uit vermogen moet op dezelfde manier belast worden als inkomen uit werk. En wanneer inkomsten uit vermogen eindelijk eerlijk belast worden, kan de belasting op werk vanzelf naar beneden.

Meer mensen aan het werk! 

Er waren in België nog nooit zoveel mensen aan het werk als vandaag. Eind 2021 bedroeg de werkgelegenheidsgraad in België 71,60%. Dat is dus beter dan vroeger, maar het is nog lang niet genoeg. Vooruit wil de werkzaamheidsgraad optrekken naar 80%. Dat is belangrijk omdat een duidelijk hogere werkzaamheidsgraad zorgt voor een betere financiering van onze welvaartsstaat: hoe minder inactieven en werkzoekenden en hoe meer werkenden, des te beter voor de welvaartsstaat. Dat is bovendien haalbaar, aangezien de ons omringende landen vaak dat soort cijfers halen.

In Vlaanderen is er een fikse mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Zo raken veel openstaande jobs niet ingevuld terwijl er tegelijk veel gekwalificeerde werklozen zijn. Daar ligt dus een marge tot verbetering!

Drie groepen werklozen zouden we aan het werk moeten krijgen:

- 55 plussers die willen werken maar geen jobaanbiedingen meer krijgen

- Mensen met een niet-EU nationaliteit. In die groep is het aandeel niet-actieven (mensen die geen werk zoeken) uitzonderlijk groot. Veel groter dan in elk ander EU-land. Dit geldt evenzeer voor Vlaanderen als voor Wallonië en Brussel. Voor die groep moeten taallessen en opleidingen voorzien worden.

- Mensen die terug willen werken nadat ze langdurig ziek geweest zijn. Minister Vandenbroucke stimuleert de de betere begeleiding van deze mensen naar de arbeidsmarkt met behulp van ‘terug naar het werk coaches’

Betere sociale bescherming 

Als we zoveel mogelijk mensen aan het werk willen, moeten mensen natuurlijk ook een goede sociale bescherming hebben. Mensen mogen niet gediscrimineerd worden bij sollicitaties of terwijl de arbeidsovereenkomst loopt. Om zo’n discriminaties tegen te gaan, organiseert Vooruit waar het kan praktijktesten die discriminaties aan het licht kunnen brengen.

Bovendien moeten banen de rechten van werkende eerbiedigen. Ook voor mensen die als zelfstandige werken met tijdelijke contracten. Vooral in de wereld van E-commerce en in de platformeconomie (denk aan Deliveroo) is dat vaak een probleem.

Beter werk

Ten slotte moet het werk dat mensen in ons land doen van goede kwaliteit zijn. Goede arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden is waar werkende mensen recht op hebben. De werkdruk moet redelijk zijn, er moet een goed evenwicht zijn tussen werk- en privéleven en de omgeving waarin mensen werken moet aangepast en aangenaam zijn. Alleen dan kunnen mensen ook op hun werk vreugde of geluk vinden.

Onze arbeidsdeal voor beter werk

Wij hebben in de federale regering een arbeidsdeal gesloten die de kwaliteit van werk helpt verbeteren. De arbeidsdeal wil vooral de vrijheid van mensen verhogen om de verhouding tussen werk en privé naar eigen inzichten te regelen.

Zo hebben we ervoor gezorgd dat een 4-dagen werkweek mogelijk wordt voor mensen die daar voordeel bij hebben. Waarom? Om de autonomie van werkende mensen te verhogen in het scheppen van een evenwicht tussen hun werk en privé.

In de arbeidsdeal hebben wij ook beslist dat werknemers in geval van co-ouderschap de mogelijkheid krijgen om de ene week méér en de andere week minder te werken. Om zo in de weken waarin zij hun kinderen thuis hebben, langer thuis te kunnen zijn. Ook dit is een keuzemogelijkheid die mensen in staat stelt beter een evenwicht te vinden tussen werk en privéleven.

Tot slot hebben mensen die elke week een ander werkrooster hebben dankzij de arbeidsdeal het recht om tijdig te weten wanneer zij aan de slag moeten. Zodat zij ook hun privéleven tijdig kunnen inplannen.

Strijd mee