Internationale solidariteit is win‑win – en onze enige keuze
Vooruit is de partij van de solidariteit – en dus ook van de internationale solidariteit. Door landen en mensen buiten onze grenzen te steunen, helpen we niet alleen hen maar ook onszelf. Internationale solidariteit is het juiste om te doen maar ook het verstandige. Internationale solidariteit is een win-win, zeker in een woelige, opwarmende en ongelijke wereld als de onze.
Een instabiele wereld
Oorlogen en geopolitieke spanningen zorgen voor grote instabiliteit in de wereld. Daardoor zijn vandaag bijna 100 miljoen mensen op de vlucht. En van al die thuisloze mensen, lijdt 80% honger. Daarom is internationale solidariteit vandaag meer dan ooit nodig. Niet alleen omdat dit het juiste is om te doen, maar ook om te voorkomen dat mensen naar onze streken vluchten. Internationale solidariteit is goed voor de landen of regio’s waarmee we samenwerken, maar ook goed voor ons.
Klimaatvluchtelingen
Niet alleen oorlog maar ook de klimaatopwarming tast de bestaanszekerheid van mensen aan, vooral in de armste gebieden. Alleen al op het Afrikaanse continent riskeren 30 miljoen kinderen extra in armoede te vervallen.
Het is daarom noodzakelijk internationale armoedebestrijding en internationale klimaatactie centraal te stellen in een modern ontwikkelingsbeleid. Niet door aan liefdadigheid te doen, maar door mensen en landen zodanig te helpen dat zij zichzelf beter kunnen helpen. Door hen een springplank te bieden naar een beter bestaan.
Internationale solidariteit als investeringen in mensen, organisaties en landen
Voor Vooruit is internationale solidariteit een middel om mensen in andere delen van de wereld weerbaar en autonoom te maken. Het is geen zaak van aalmoezen geven maar van investeren om armere landen in staat te stellen op eigen benen te staan. Ook zodat hun bevolking niet hoeft te emigreren naar andere landen zoals België.
Internationale solidariteit betekent voor Vooruit samenwerking met plaatselijke overheden. Zodat die overheden hun bevolking bij kunnen staan bij de organisatie van gezondheidszorg, sociale bescherming, waardig werk, voedselzekerheid en onderwijs.
Ook bij de verduurzaming van de economie steunen wij armere landen, want een beter milieu en klimaat kunnen we niet alleen realiseren. Voor dat laatste zetten we ook in op samenwerking met lokale ondernemingen die waardig werk bieden en de economie groener maken.
Minister Gennez investeert meer in ontwikkelingssamenwerking dan ooit tevoren
Daar is voldoende geld voor nodig. Op 24 oktober 1970 beloofden de rijke landen om 0,7% van hun bruto nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking te besteden. Een mooie belofte die nooit werd gerealiseerd. Deze regering met minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez heeft de historische beslissing genomen om het budget voor de federale ontwikkelingshulp op te trekken van 0,4 naar 0,7 procent BBP tegen 2030.
Om zo efficiënt mogelijk bij te dragen tot internationale solidariteit, kiest Caroline ervoor om goed werkende humanitaire organisaties te steunen. Bijvoorbeeld het Internationale Rode Kruis, UNHCR (Hoge Commissaris voor de vluchtelingen) en het Wereldvoedselprogramma. Een belangrijk voordeel van dat soort sterke organisaties is dat zij ook aandacht hebben voor crisissen die uit het blikveld van de media verdwijnen.
50 miljoen voor een beter klimaat
Caroline investeerde 50 miljoen euro in een Belgisch klimaatprogramma voor de kurkdroge en onvruchtbare Sahel Regio. Het programma wil 10.000 hectare land opnieuw vruchtbaar maken in Burkina Faso, Senegal, Niger en Mali, door te zorgen voor een betere opslag van regenwater en het aanplanten van bomen. De regio heeft sterk te lijden onder klimaatverandering en verwoestijning. De plaatselijke bevolking die vaak van landbouw leeft, komt daardoor in ernstige problemen. Vooruit richt internationale solidariteit dus specifiek op klimaatactie. Zo is onze internationale solidariteit goed voor de ontvangende regio, goed voor de wereld en goed voor ons.
Het belang van vaccin solidariteit
De COVID-19 crisis heeft de noodzaak aan internationale solidariteit nog eens pijnlijk blootgelegd. De ongelijkheid in de toegang tot vaccins stond een snel wereldwijd herstel in de weg. Terwijl meer dan de helft van de bevolking in rijke landen al volledig waren gevaccineerd, was dat in lage inkomenslanden minder dan 2%. Minister Gennez heeft daarom haar volledige steun verleend aan COVAX. Dat is het mechanisme om minder rijke landen toegang tot vaccins te verschaffen. Tijdens een pandemie moeten medicijnen voor iedereen toegankelijk zijn, en moeten gezien worden als een globaal publiek goed. Pas als iedereen wereldwijd gevaccineerd is, worden we deze pandemie helemaal de baas.