Standpunten

Hoe meer mensen Nederlands spreken, hoe sterker onze welvaartsstaat

Wie vooruit wil gaan in een samenleving, moet haar taal spreken. Taal geeft kansen. Taal is wat ons bindt. Het is de motor voor ons samenleven, voor slaagkansen in het onderwijs en een deftige job.

Nederlands is niet alleen belangrijk voor eerlijke kansen voor elk kind. Iedereen die vooruit wil gaan in een samenleving, moet de taal spreken. Omdat we willen dat iedereen volwaardig meedoet, moeten we dus ook mensen met een migratieachtergrond die onvoldoende of geen Nederlands spreken, helpen. Door taallessen op de werkvloer, door integratietrajecten met gratis Nederlandse lessen, door taaloefenkansen daarbuiten. Een goede kennis van het Nederlands moet een speerpunt worden van al onze acties, de rode draad die ons verbindt.

Taalkennis als motor voor eerlijke kansen

De kennis van het Nederlands gaat achteruit. Bijna een op zeven kleuters heeft een taalachterstand en intussen heeft bijna een op vier 15-jarigen moeite om een simpele boodschap uit een tekst te halen. 

Die achteruitgang in de taalbeheersing is algemeen: het gaat niet om enkele kinderen of om een kleine groep. Er is een duidelijk probleem met het Vlaamse (taal)onderwijs en het wordt er steeds slechter op. Dat kan en mag niet. Wij willen met Vooruit die achteruitgang stopzetten en weer vooruitgaan.

Wie de taal slecht of niet beheerst, is kwetsbaar en heeft minder kansen in het leven. Taal is daarom een essentiële motor voor gelijke kansen.

Investeren in kinderopvang en onderwijs

Voor Vooruit is het super belangrijk om vanaf het eerste levensjaar voluit in te zetten en te investeren in de kennis van het Nederlands. We weten dat de eerste 6 levensjaren cruciaal zijn voor de taalontwikkeling. We moeten dus beginnen bij de kinderopvang: dat is de plek bij uitstek waar als baby al leert omgaan met anderen en Nederlands leert. Daarom is het zo belangrijk om onze kinderopvang aantrekkelijk, betaalbaar en toegankelijk te maken voor iedereen. Dat vergt de nodige investering in zowel extra plaatsen als in begeleiders.

We willen die opvang ook echt organiseren als voorbereiding op de kleuterklas, waar kindjes dan zonder problemen na drie jaar naar kunnen doorstromen. Want ja, Vooruit is voorstander van een schoolplicht voor elk kind vanaf 3 jaar. Zo komt iedereen gelijk aan de start en bereiken we ook de meest kansarme kinderen, die vandaag de meeste kans hebben om nog niet de weg naar de kleuterklas te vinden. Zo kunnen we garanderen dat elk kind al voldoende Nederlands kan en goed kan starten in het eerste leerjaar.

Ook daarna laten we onze kinderen en jongeren niet los. Hun taalontwikkeling willen we op de voet blijven volgen met gestandaardiseerde taaltesten vanaf het kleuteronderwijs tot het einde van het secundair onderwijs. Testen zijn natuurlijk enkel nuttig als er ook iets mee gedaan wordt en de vooruitgang van iedere leerling wordt opgevolgd. Voor leerlingen die dat nodig hebben, moet er extra ondersteuning en remediëring zijn. 

Zo weinig mogelijk financiële drempels voor taalcursussen

Ook voor volwassen is Nederlands spreken de sleutel om goed te kunnen meedraaien in onze samenleving. Een job vinden, een netwerk uitbouwen, kinderen helpen op school: dat is zeer moeilijk als je de taal niet spreekt.

We zien bijvoorbeeld dat het een grote drempel is wanneer ouders totaal geen Nederlands spreken. Dan verkleinen ze ook de kansen van hun kinderen. Ze kunnen niet helpen met hun huiswerk, ze kunnen niet communiceren met leerkrachten tijdens oudercontacten en kunnen zich niet uitdrukken tegenover artsen of hulpverleners als hun kinderen ziek zijn. 

Daar willen we verandering in brengen en van onze crèches en scholen een echte taalmotor maken. We helpen taalzwakke en anderstalige ouders het Nederlands via taallessen. Financiële drempels voor het volgen van taalcursussen moeten we zo veel mogelijk weghalen.  

Een (voorlopig) gebrekkige kennis van het Nederlands mag mensen ook niet hinderen bij het vinden van een job, zo vindt Vooruit. Een taal leren gaat het best al doende. Zo kunnen anderstaligen Nederlands leren terwijl ze aan het werk zijn. Een win-win voor iedereen.

Strijd mee